Ullr is een zeer oude god van de noordelijke landen, zo oud dat tegen de tijd dat de Noorse mythen uit de IJzertijd werden opgeschreven, er niet veel meer over hem bekend was dan dat hij een god was van het boogschieten, de jacht, en de winter. Zijn naam komt zo vaak voor in Scandinavische plaatsnamen dat hij ooit een veel belangrijkere godheid moet zijn geweest. Hij werd vaak afgebeeld met schaatsen of ski’s aan zijn voeten, en daarom wordt hij wel de moderne God van het Skiën genoemd. In één verhaal is er sprake van dat hij “het water oversteekt op een magisch bot”, waarmee hij zinspeelt op het oversteken van bevroren ijs op schaatsen. Hij werd ook de God van het Schild genoemd, en het schild werd zijn “schip” genoemd, wat een verwijzing kan zijn naar het gebruik van een schild of schildvormige plank als slee … of naar het ijs van de winter dat de wereld als een schild omhult.
Ullr’s naam komt van wuldor, een Oudhoogduits woord dat “glorie” betekent. Het werd in de oudheid uitgesproken als “Ool”, maar tegenwoordig wordt het meestal uitgesproken als “Ooler”. De Angelsaksen noemden hem Vulder; op sommige plaatsen in Duitsland stond hij bekend als Holler en werd gezegd dat hij de echtgenoot was van de Germaanse godin Holda. Sommige moderne Pagans menen dat hij uiteindelijk Skadi, de wintergodin en jageres, heeft ontmoet nadat zij haar eerste echtgenoot Njord had verlaten.
Ullr zou de zoon zijn van Sif en de stiefzoon van Thor. Sommigen beweren dat hij de zoon was van Egill/Aurvandil, de grote boogschutter die Thor’s jachtmetgezel was en ook de vader van Svipdag. Sommigen zien hem als Aesir vanwege zijn moeder en stiefvader; anderen als Vanir vanwege zijn voedselproducerende jagersnatuur. Hij leefde in Ydalir, het taxusbos, verwijzend naar het feit dat taxushout zelfs duizenden jaren geleden nog favoriet was voor het maken van bogen. In de werken van Saxo Grammaticus, waarin de Goden worden herschapen als menselijke helden, wordt Odin tijdelijk verbannen wegens verkrachting en wordt Ullr gekozen om in zijn plaats leiding te geven tot Odins terugkeer, wat een echo is van zijn vroegere belangrijkheid voor de mensen in het Noorden.