Verzen over vrede

Vorige | Volgende

400 Verzen over Vrede uit 59 Boeken

En gij zult in vrede tot uw vaderen gaan; Gij zult begraven worden in een goede ouderdom.

Genesis 24:21

En de man, die zich over haar verwonderde, hield zijn rust, om te weten, of de HEERE zijn reis voorspoedig gemaakt had of niet.

Genesis 26:29

Dat gij ons geen kwaad doet, daar wij u niet aangeraakt hebben, en wij u niets dan goeds gedaan hebben, en u in vrede hebben weggezonden; gij nu, de gezegende des HEEREN.

Genesis 26:31

En zij stonden des morgens vroeg op, en zwoeren elkander; en Izaäk zond hen weg, en zij vertrokken van hem in vrede.

Genesis 28:21

Zodat ik wederkom tot mijns vaders huis in vrede; dan zal de HEERE mijn God zijn:

Genesis 34:5

En Jakob hoorde, dat hij zijn dochter Dina onteerd had; nu waren zijn zonen met zijn vee in het veld; en Jakob hield zijn rust, totdat zij gekomen waren.

Genesis 41:16

En Jozef antwoordde Farao, zeggende: Niet in mij: God zal Farao een antwoord van vrede geven.

Genesis 43:23

En hij zeide: Vrede zij u, vreest niet; uw God, en de God uws vaders, heeft u schatten gegeven in uw zakken: Ik had uw geld. En hij bracht Simeon tot hen uit.

Genesis 44:17

En hij zeide: God verhoede, dat ik zulks zou doen; den man, in wiens hand de beker gevonden wordt, die zal mijn knecht zijn; en wat u betreft, gaat in vrede op tot uw vader.

Exodus 4:18

En Mozes ging heen en keerde weder tot Jethro, zijn schoonvader, en zeide tot hem: Laat mij gaan, bid ik u, en keer weder tot mijn broederen, die in Egypte zijn, en zie, of zij nog leven. En Jethro zeide tot Mozes: Ga heen in vrede.

Exodus 14:14

De HEERE zal voor u strijden, en gij zult uw rust bewaren.

Exodus 18:23

Indien gij deze zaak zult doen, en God u gebiedt , zo zult gij het kunnen uithouden, en dit ganse volk zal ook in vrede naar zijn plaats gaan.

Exodus 20:24

Gij zult Mij een altaar van aarde maken, en gij zult daarop offeren uw brandofferen, en uw vredeofferen, uw schapen, en uw runderen; in alle plaatsen, waar Ik Mijn Naam vermeld, zal Ik tot u komen, en Ik zal u zegenen.

Exodus 24:5

En hij zond jonge mannen uit de kinderen Israels, die brandofferen brachten, en dankofferen van runderen den HEERE offerden.

Exodus 29:28

En het zal Aaron en zijn zonen tot een inzetting zijn in eeuwigheid van de kinderen Israels; want het zal een hefoffer zijn; en het zal een hefoffer zijn van de kinderen Israels van het offer hunner dankofferen, hun hefoffer den HEERE.

Exodus 32:6

En zij stonden des morgens vroeg op, en offerden brandofferen, en brachten vredeofferen; en het volk zat neder om te eten en te drinken, en stond op om te spelen.

Leviticus 3:1

En indien zijn offerande een vredeoffer is, zo hij offert van de kudde; hetzij een mannetje, hetzij een wijfje, hij zal het den HEERE onbesmet offeren.

Leviticus 3:3

En hij zal van het dankoffer een vuuroffer den HEERE offeren; het vet, dat het binnenste bedekt, en al het vet, dat op het binnenste is,

Leviticus 3:6

En indien zijn offerande een dankoffer den HEERE is, van het kuddevolk; mannelijk of vrouwelijk, hij zal het onbesmet offeren.

Leviticus 3:9

En van het dankoffer zal hij den HEERE een vuuroffer offeren; het vet daarvan, het gehele stuitje, zal hij hard bij de ruggengraat afnemen; en het vet, dat het binnenste bedekt, en al het vet, dat op het binnenste is,

Leviticus 4:10

En als hij van het dankoffer den HEERE een vuuroffer offeren zal, zo zal hij het offeren:10

Zoals het van den os des vredesoffers afgedaan is; en de priester zal ze verbranden op het altaar des brandoffers.

Leviticus 4:26

En hij zal al zijn vet op het altaar verbranden, gelijk het vet van het dankoffer; en de priester zal verzoening voor hem doen, wat zijn zonde betreft, en het zal hem vergeven worden.

Leviticus 4:31

En hij zal al het vet daarvan wegnemen, gelijk het vet van het dankoffer weggenomen wordt; en de priester zal op het altaar branden tot een liefelijke reuk den HEERE; en de priester zal verzoening voor hem doen, en het zal hem vergeven worden.

Leviticus 4:35

En hij zal al het vet daarvan wegnemen, gelijk het vet des Lams weggenomen wordt van het dankoffer; en de priester zal ze op het altaar verbranden, naar de vuuroffers den HEERE; en de priester zal verzoening doen voor zijn zonde, die hij begaan heeft, en het zal hem vergeven worden.

Leviticus 6:12

En het vuur op het altaar zal daarin branden, het zal niet uitgeblust worden; en de priester zal daarop des morgens hout branden, en hij zal het brandoffer daarop in orde leggen; en hij zal daarop het vet der vredeofferen verbranden.

Leviticus 7:11

En dit is de wet der dankofferen, die hij den HEERE offeren zal.

Leviticus 7:13

Naast de koeken zal hij zijn dankoffer van zijn vredeoffers zuurdesembrood offeren.

Leviticus 7:14

En daarvan zal hij uit het gehele dankoffer een hefoffer den HEERE offeren; het zal de priester zijn, die het bloed der dankofferen sprenkelt.

Leviticus 7:15

En het vlees van het dankoffer zal gegeten worden op denzelfden dag, waarop het geofferd wordt; hij zal er niets van laten staan tot den morgen.

Leviticus 7:18

En indien van het vlees zijns dankoffers op den derden dag gegeten wordt, zo zal het niet aangenomen worden, noch zal het hem, die het offerde, toegerekend worden; het zal een gruwel zijn, en de ziel, die daarvan eet, zal zijn ongerechtigheid dragen.

Leviticus 7:20

Maar de ziel, die van het vlees des dankoffers eet, dat den HEERE niet heeft, hebbende zijn onreinheid op zich, die ziel zal uitgeroeid worden uit zijn volk.

Leviticus 7:21

Meer de ziel, die enig onrein mens, of onrein dier, of enig gruwelijk onrein zal aanraken, en van het vlees des dankoffers eten zal, hetwelk den HEERE is aangedaan, die ziel zal uitgeroeid worden uit zijn volk.

Leviticus 7:29

Spreek tot de kinderen Israels, zeggende: Wie het offer zijns vredesoffers den HEERE offert, die zal zijn offerande den HEERE van het offer zijns vredesoffers brengen.

Leviticus 7:32

En de rechterschouder zult gij den priester geven tot een hefoffer van de offers uws vredesoffers.

Leviticus 7:33

Hij onder de zonen van Aaron, die het bloed der vredeofferen en het vet offert, zal de rechterschouder ten dele hebben.

Leviticus 7:34

Want de golfborst en de hefschouder heb Ik van de kinderen Israels genomen van de offers hunner vredeoffers, en Ik heb ze aan den priester Aaron en aan zijn zonen gegeven tot een inzetting in eeuwigheid, uit het midden der kinderen Israels.

Leviticus 7:37

Dit is de wet van het brandoffer, van het spijsoffer, en van het zondoffer, en van het schuldoffer, en van de inzettingen, en van de vredeoffers;

Leviticus 9:4

Eveneens een os en een ram ten dankoffer, om voor het aangezicht des HEEREN te offeren; en een spijsoffer, met olie vermengd; want te dien dage zal de HEERE aan u verschijnen.

Leviticus 9:18

Hij slachtte ook het rund en de ram ten dankoffer, hetwelk voor het volk was; en de zonen van Aaron gaven hem het bloed, dat hij rondom op het altaar sprenkelde,

Vorige

Volgende

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *