De beren worden vruchtbaar als ze zes maanden oud zijn, lang voordat ze volledig lichamelijk volgroeid zijn. Potbuikzwijnen worden als volgroeid beschouwd als ze zes jaar oud zijn, wanneer de epifyseplaten in de lange beenderen van de poten zich eindelijk sluiten.
Omdat potbuikzwijnen van dezelfde soort zijn als gewone boerenvarkens en wilde zwijnen, kunnen ze zich met elkaar kruisen. De meeste hangbuikzwijnen zijn gekruist met verschillende boerenvarkensrassen. Een studie uit 2004 bracht een extreme genetische diversiteit bij inheemse Vietnamese hangbuikzwijnen aan het licht. Ze verschilden ook genetisch van elkaar volgens de plaats van herkomst in Vietnam. Varkensrassen uit ontwikkelde landen zijn in de loop van eeuwen verfijnd tot een specifieke genetische opmaak. Dit betekent dat een kruising tussen een raszuiver Vietnamees hangbuikzwijn en een ander varkenstype, het genetisch materiaal meer divers is en het nageslacht meer zal lijken op de meer specifieke varkensinvoer.
Heden ten dage hebben de Vietnamezen ingezien dat de inheemse Vietnamese ondersoorten varkens alleen nog in het bergachtige Vietnam en Thailand voorkomen. De Vietnamese regering is begonnen met het subsidiëren van plaatselijke boeren die de inheemse hangbuikzwijnen blijven fokken, omdat zij beseft dat deze niet zo productief of groot zijn als andere rassen.