Ik heb de neiging om met een roze bril naar de Schrift te kijken en de mensen die God gebruikte te zien alsof ze geweldige, begaafde, opmerkelijke, heilige, buitengewone mensen waren en daarbij vergeet ik dat zij net als ik het geestelijke leven moesten leiden. De mensen die God in de Bijbel gebruikt, hebben gebreken. Ze hebben allemaal gebreken. Ze komen uit gesorteerde milieus en velen vertonen grote beperkingen. Ze zijn vaak zwak in hun geloof, althans in het begin, en zwak in veel noodzakelijke vaardigheden.
Ondanks dit alles gebruikt God hen machtig. Dit punt lijkt me belangrijk, omdat we vaak denken dat God ons niet op dezelfde manier kan gebruiken als Hij veel van deze mensen heeft gebruikt, en dat is gewoon niet waar. We vergelijken onszelf met een valse norm door deze mensen niet te zien voor wie ze werkelijk waren.
Dit punt kwam me laatst nog duidelijker voor ogen. Ik had de 1e Timoteüs gepreekt en was bezig met een preek om de serie af te sluiten. Ik besloot een studie te maken van de persoon Timotheüs. Hij was tenslotte degene die Paulus achterliet om al deze instructies uit te voeren. Ik was verbaasd over wat ik ontdekte en wilde 8 observaties met jullie delen.
1.) Hij kwam niet uit de juiste achtergrond.
Hij was biraciaal. Hij was noch volledig Jood, noch volledig Grieks.
Acts 16:1 – “Paulus kwam ook naar Derbe en naar Lystra. Daar was een discipel, Timotheüs genaamd, de zoon van een Joodse vrouw die gelovig was, maar zijn vader was een Griek.”
Je afkomst is geen factor voor God. Hij kan je gebruiken ondanks de voor- of nadelen die je etniciteit en andere achtergrondfactoren met zich meebrengen.
2.) Zijn vader was niet zijn geestelijke leider.
Het lijkt erop dat Timotheüs’ vader een ongelovige heiden was, waardoor zijn moeder en grootmoeder de verantwoordelijkheid hadden om Timotheüs op te voeden in de wegen van God.
2 Timoteüs 1:5 – “Ik denk aan uw oprecht geloof, een geloof dat eerst in uw grootmoeder Lois en uw moeder Eunice woonde en dat nu, daar ben ik zeker van, ook in u woont.”
Weinig wonden lijken grotere littekens achter te laten dan die van een ongeschikte of afwezige vader. Timotheüs had geen grote mannelijke geestelijke leider in zijn huis. Hij had geen aardse vader om alle juiste connecties te smeren.
Timotheüs had enige verantwoordelijkheid voor zijn geestelijk leven en was verantwoordelijk voor het erkennen van de geestelijke invloeden die God in zijn leven had geplaatst. Op dezelfde manier kunnen u en ik onze ouders niet het niveau van onze overgave laten bepalen. Wij zijn verantwoordelijk voor ons geestelijk leven, en we zouden meer vertrouwen moeten hebben in de toerusting van God dan in een geestelijk anemische ouder.
3.) Hij was Paulus niet.
Timotheüs was tweede-rangs. Hij was de vertegenwoordiger van Paulus. Paulus maakt dit punt overduidelijk in 1 Korintiërs 4:16-17 – “Ik dring er dus bij u op aan, dat u mij navolgt. Daarom heb ik u Timotheüs gezonden, mijn geliefde en trouwe kind in de Here, om u te herinneren aan mijn wegen in Christus, zoals ik die overal in elke gemeente leer.”
‘Hé, Korinthe, ik stuur Timotheüs naar jullie toe, zodat hij jullie eraan zal herinneren hoe ik leef. Laat hem jullie maar op mij wijzen, zodat ik jullie op Christus kan wijzen.’ Echt waar? Ja, echt waar. Dat was de rol van Timoteus. God wees Timotheüs niet aan als rolmodel, maar als degene die wijst naar het rolmodel.
Zo mag het ook met jou zijn. Je bent misschien niet de eerste, maar je hebt een rol. Sta je er voor open dat God je gebruikt in de rol die Hij voor ogen heeft?
4.) Hij moest verleiding vermijden.
Timotheüs kon verleid worden; hij was niet faalbestendig. Paulus waarschuwt Timoteüs om in dit opzicht voorzichtig te zijn aan het eind van zijn eerste brief aan Timoteüs. “O Timotheüs, waak over het u toevertrouwde depot. Vermijd het oneerbiedig geklets en de tegenstrijdigheden van wat valselijk “kennis” wordt genoemd, want door het belijden daarvan zijn sommigen van het geloof afgeweken. Genade zij met u” (1 Timoteüs 6:20-21).
Timoteüs moest worden opgedragen bepaalde gesprekken en controverses te vermijden, zodat hij niet in de verleiding zou komen zich in valse kennis te verdiepen en van het geloof af te wijken. Vroeg in de tweede brief moest Timoteüs eraan herinnerd worden zich niet te schamen voor het getuigenis van Jezus, noch voor dat van Paulus (2 Timoteüs 1:8).
Soms voelen we ons geestelijk inferieur omdat we worstelen en struikelen. Soms denken we dat als we echt godvruchtig waren, we sommige van onze verlangens niet zouden hebben. Dat is niet de Bijbel die spreekt, dat is trots. Volgens de Bijbel is het kenmerk van een godvruchtig mens niet iemand die niet in verzoeking wordt gebracht, maar iemand die ervoor kiest om God te gehoorzamen in plaats van toe te geven aan zijn verlangens (Galaten 5:16).
Ondanks je innerlijke verlangen naar de dingen van deze wereld, zal God je gebruiken! Weersta die verlangens en vertrouw op Hem.
5.) Hij had gezondheidsproblemen.
1 Timotheüs 5:23 – “Drink niet langer alleen water, maar gebruik een beetje wijn omwille van uw maag en uw veelvuldige kwalen.”
Ook al is uw lichamelijke conditie slecht, God kan u gebruiken voor Zijn glorie. Bent u gewillig? Zolang je adem in je longen hebt, is God nog niet klaar met je.
6.) Hij was jong voor zijn rol.
Timotheüs’ exacte leeftijd wordt niet gegeven, maar we weten dat Paulus hem moest aanmoedigen om niet toe te staan dat anderen op hem neerkeken toen hij hervorming bracht in de gemeente in Efeze. Paulus schrijft: “Laat niemand u verachten om uw jeugd, maar stel de gelovigen tot voorbeeld in spreken, in gedrag, in liefde, in geloof, in reinheid” (1 Timoteüs 4:12).
Overal je leeftijd, God kan je gebruiken.
7.) Hij had het nog niet door.
Timotheüs had zelfs ver in zijn bediening nog onderricht nodig. Dat blijkt alleen al uit het feit dat Paulus hem de brief van 1 Timoteüs moest sturen.
1 Timoteüs 3:14-15 – “Ik hoop spoedig tot u te komen, maar ik schrijf u deze dingen, opdat gij weet, hoe men zich behoort te gedragen in het huisgezin Gods, dat is de gemeente van de levende God, een pilaar en steunpilaar van de waarheid.”
Je hoeft niet alle antwoorden te hebben. Soms roept God je tot een bediening waar je niet de voorkennis hebt over hoe je datgene moet doen waartoe God je geroepen heeft. Dit punt is geen excuus om geen formele opleiding te volgen, maar dient ook als een herinnering dat het niet uitmaakt waar je bent in je bediening, gevoelens van ontoereikendheid zijn geen excuus om je ervan te weerhouden Gods roeping te vervullen.
8.) Hij had een hart voor God.
Kijk naar hoe Paulus hem beschrijft aan de gemeente in Filippi: “Ik hoop in de Here Jezus dat ik Timoteüs spoedig naar u toe zal zenden…. Want ik heb niemand zoals hij, die oprecht begaan is met uw welzijn. Want zij zoeken allen hun eigen belangen, niet die van Jezus Christus. Maar u kent Timotheüs’ bewezen waarde…” (Filippenzen 2:19-22a).
De realiteit was dat Timoteüs was aangeraakt door genade. Timotheüs wist dat hij niet bijzonder was, maar dat zijn Heiland dat wel was. Timoteüs wist dat zijn zonden, hoe klein wij die ook vonden, eeuwige hel, straf en scheiding van God verdienden, maar God, rijk in barmhartigheid, bood een weg voor verlossing door Jezus. En God bood niet alleen een weg tot verlossing, maar nu, als volgeling van Jezus Christus, kon Timoteüs, de dwaze, bi-raciale, ziekelijke jongeling, gebruikt worden om een gemeente te vormen tot eer van God!
God gebruikt de zwakke dingen van de wereld, zodat door ons heen, zijn overtreffende genade, heerlijkheid en kracht getoond kunnen worden.
Heb je het gevoel dat je niet nuttig bent? Heb je een herinnering nodig aan Gods methodologie?
God gebruikt de gewilligen.
God gebruikt de beschikbaaren.
God gebruikt de zwakken.
Hij gebruikt ons. Hij gebruikt ons niet omdat Hij ons nodig heeft, maar omdat Hij wil dat wij de heerlijkheid ervaren van dienstbaarheid, onderwerping en een leven dat door de Geest wordt bezield. God wil dat wij het vat zijn door wie Hij werkt.
Wat nodig is, is een overgegeven hart dat Jezus op de eerste plaats zet.