Wanneer citeren en parafraseren

Wanneer moet je citeren? Wanneer moet je parafraseren?

Op de eerste plaats moet je onthouden dat je je bij het schrijven van een paper moet laten leiden door je eigen ideeën en organisatie; het geleende materiaal is er om de punten die je wilt maken te ondersteunen en geloofwaardig te maken. Laat de ideeën van iemand anders niet de boventoon voeren in je paper.

Het is over het algemeen beter om te parafraseren dan om te citeren. Citaten hebben de neiging op te vallen. Ze vestigen de aandacht op zichzelf en leiden je ideeën af, dus beperk ze tot een minimum en houd ze kort. Als je een paar woorden of een zinsdeel kunt citeren in plaats van een hele zin, doe het dan. Natuurlijk moet je wel citeren.

Er zijn drie redenen waarom je de voorkeur zou kunnen geven aan citeren boven parafraseren voor een stuk bronmateriaal:

  • authoriteit: Sommige uitspraken zijn overtuigender als ze rechtstreeks uit de bron komen.
  • precisie: Wanneer een belangrijke zin verloren zou kunnen gaan bij parafraseren, verdient een citaat de voorkeur.
  • levendigheid: Een bron kan iets bijzonder beschrijvend formuleren dat bij parafrase verloren zou gaan.

Je zou kunnen denken dat deze drie kwaliteiten op het meeste geleende materiaal van toepassing zijn, maar hoe vaak is een uitspraak in de praktijk zo gezaghebbend dat parafraseren ertoe zou leiden dat hij minder overtuigend zou zijn? Hoeveel zinnen zouden iets belangrijks verliezen als ze werden geherformuleerd? Hoe vaak is een uitspraak zo levendig dat de levendigheid ervan verloren zou gaan als hij werd geherformuleerd? Niet vaak. Het meeste materiaal kan en moet worden geparafraseerd, maar er zijn gevallen waarin het origineel een gewicht in de schaal legt dat parafraseren niet kan. Dat zijn de momenten waarop je moet citeren.

Voor zeldzame lange citaten van vier regels of langer gebruik je het blokcitaatformaat:

  • Dubbel het hele citaat alleen aan de linkerkant een duim. (Druk twee keer op de knop Inspringen vergroten.)
  • Verwijder de aanhalingstekens rond het citaat.
  • Zet de laatste leestekens voor het citaat. (Bij niet-blokcitaten komt er een punt na het citaat.)

Hier volgt een voorbeeld van een blokcitaat.

Of je nu parafraseert of citeert, vergeet niet te citeren. Vergeet ook niet om bronnen te introduceren. De eerste keer dat je een bron in een artikel gebruikt, kan het nuttig zijn voor de lezer als je de bron vermeldt (en niet alleen in de vorm van een haakjescitaat). In sommige gevallen is de bron die genoemd moet worden iemand anders dan de auteur. In onderstaand voorbeeld is de deskundige niet de auteur, maar de persoon over wie de auteur schrijft:

Bob Brown, de politiechef, verklaarde dat elk spoor werd onderzocht (Williams 5).

De auteur in dit geval voorstellen zou het punt missen:

Jessica Williams, een schrijfster, meldt dat, volgens Bob Brown, elk spoor werd onderzocht (5).

Er is hier een belangrijk onderscheid. Als de schrijver slechts een journalist of een verslaggever is, is de introductie van de schrijver optioneel. Maar als de schrijver een expert is (een auteur van een academisch artikel, een expert die een website heeft, een boekauteur die een bepaald onderwerp beheerst, etc.), dan moet je de auteur bij de eerste vermelding met volledige naam (en eventueel beroep of vakgebied) introduceren. Daarna volstaat alleen de achternaam of een haakjesvermelding.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *