Bio-indicatoren zijn soorten die kunnen worden gebruikt als maatstaf voor bepaalde aspecten van de gezondheid van een ecosysteem. De populatie of de gezondheid van de soort kan een indicatie zijn voor de gezondheid van het ecosysteem.
Korstmossen worden bijvoorbeeld vaak gebruikt als indicator voor de luchtkwaliteit. Omdat ze geen wortels hebben en veel van hun voedingsstoffen uit de lucht halen, zijn ze een betrouwbare indicator voor de luchtkwaliteit in een gebied. Een ander voorbeeld zijn sommige algensoorten die worden gebruikt als maatstaf voor waterverontreiniging. Bovendien hebben we sommige soorten genetisch gemanipuleerd om specifieke bio-indicatoren te zijn, zoals gras dat van kleur verandert als er bodemgif aanwezig is!
Niet elke soort kan een bio-indicator zijn, omdat sommige soorten over het algemeen tolerant zijn voor milieuveranderingen en dus geen kleine veranderingen in het milieu zullen weergeven. Andere zijn te zeldzaam of te gevoelig voor milieuveranderingen om te kunnen worden gebruikt.
Naarmate we meer kennis krijgen over de interacties tussen organismen en ecosystemen, zijn we in staat meer en betere bio-indicatoren te identificeren.
Hier een grafiek met twee soorten en hoe ze als bio-indicatoren kunnen worden gebruikt: