Na afloop van een behandelingskuur zijn er maar weinig woorden die een patiënt beter in de oren klinken dan “volledige remissie”. Het geeft aan dat de behandeling heeft gewerkt en dat er op basis van scans of laboratoriumonderzoek geen aanwijzingen meer zijn voor kanker.
Echter, er is een andere uitdrukking die voor patiënten enigszins verwarrend kan zijn: minimale restziekte (MRD). Deze term wordt vaak gebruikt door artsen bij de behandeling van patiënten met bloedkankers, zoals leukemie, lymfoom of multipel myeloom.
MRD verwijst naar kankercellen die overblijven na behandeling en die niet kunnen worden gedetecteerd door diezelfde scans of tests. Maar wat betekent dit precies voor patiënten?
Om meer te weten te komen over minimale restziekte, spraken we met leukemiespecialist Ghayas Issa, M.D., van MD Anderson’s Myelodysplastic Syndromes (MDS) en Acute Myeloïde Leukemie (AML) Moon Shot®-team.
Hoe legt u minimale restziekte uit aan patiënten?
Minimale restziekte is een klein aantal kankercellen dat in het lichaam achterblijft na behandeling. Deze cellen hebben de potentie om terug te komen en een terugval te veroorzaken bij onze patiënten.
Bij leukemie, bijvoorbeeld, kijken we naar de respons na een chemotherapiebehandeling door onder de microscoop te kijken of er kankercellen aanwezig zijn in een beenmergbiopsie. Wanneer er geen kankercellen meer aanwezig zijn en het beenmerg normale cellen aanmaakt, noemen we dat een complete respons.
We weten echter dat als we geen verdere behandeling geven, een deel van deze patiënten een terugval zal krijgen. Dat betekent dat er leukemiecellen zijn achtergebleven die we niet onder de microscoop hebben kunnen ontdekken. Dat is minimale restziekte, of misschien een betere term is meetbare restziekte. Meestal veroorzaken deze cellen geen symptomen, maar ze kunnen wel tot een terugval leiden.
Als we minimale restziekte niet onder de microscoop kunnen opsporen, hoe testen we er dan op?
We hebben nu veel gevoeligere tests tot onze beschikking waarmee we MRD kunnen kwantificeren. Hierbij valt te denken aan genetische sequencing van de volgende generatie, waarbij we beenmergmonsters kunnen analyseren op genetische mutaties. Als er mutaties aanwezig zijn, betekent dat dat er minimale restziekte is, ook al kunnen we onder de microscoop niets zien.
We kunnen ook een techniek gebruiken die flowcytometrie wordt genoemd, waarmee we in dezelfde monsters kunnen kijken naar abnormale eiwitten op het oppervlak van cellen. Door te bepalen bij hoeveel cellen abnormale eiwitten worden aangetroffen, kunnen we een beter beeld krijgen van de resterende kankercellen. Met behulp van deze nieuwe tests proberen we routinematig te kwantificeren of een patiënt MRD heeft na standaardbehandeling.
Wat zijn de implicaties voor een patiënt die na behandeling aanwijzingen heeft voor minimaal residuele ziekte?
Dat is moeilijk te zeggen, omdat het niet bij alle soorten bloedkanker hetzelfde is. Sommige patiënten met MRD zullen anders reageren dan anderen. In het algemeen, als een patiënt MRD heeft, moeten we extra behandelingen uitvoeren om het beste resultaat te bereiken. Als we niets doen, weten we dat de residuele cellen een terugval zullen veroorzaken.
Het hangt ook af van de timing van de MRD-test. Als er bij mijn leukemiepatiënten na de eerste cyclus van de chemotherapie MRD is, betekent dat dat ik waarschijnlijk meer behandeling moet geven – hetzij een ander medicijn of een andere kuur. Als er na vele chemotherapierondes nog steeds MRD is, is dat een aanwijzing dat de patiënt misschien een stamceltransplantatie moet ondergaan, terwijl dat anders misschien niet nodig was geweest.
Eindigdelijk is MRD een marker die aangeeft dat we agressiever moeten zijn in onze behandeling om te proberen te voorkomen dat de cellen terugkomen.
Wat kunnen kankeronderzoekers leren van de overgebleven kankercellen?
We kunnen heel veel leren. Deze kankers kunnen zich aanpassen aan de behandeling, wat betekent dat de kanker waarmee we beginnen niet dezelfde is als de kanker die we na de behandeling hebben. Door de minimaal overgebleven ziekte te bestuderen, kunnen we meer te weten komen over wat er na de behandeling overblijft.
Dat helpt ons om verschillende dingen te doen. Ten eerste stelt het ons in staat onze behandeling aan te passen, hetzij door medicijnen toe te voegen die zich richten op specifieke zwakke plekken in de kankercellen, waaronder medicijnen die bijzonder goed zijn in het doden van zelfs overgebleven cellen, hetzij door een stamceltransplantatie uit te voeren, die in staat is de overgebleven cellen te verwijderen.
Op dit moment werk ik samen met een geweldig team via de MDS en AML Moon Shot om deze overgebleven kankercellen te bestuderen en nieuwe zwakke plekken te vinden. Door ons onderzoek hopen we nieuwe behandelingen te identificeren die we in de toekomst kunnen gebruiken om de minimale restziekte specifiek te elimineren.
Vraag online een afspraak aan bij MD Anderson of bel 1-877-632-6789