Volgens het National Center for Complementary and Integrative Health (NCCIH), omvat deze categorie van complementaire therapieën het gebruik van verschillende soorten energievelden. In het algemeen is het doel van energietherapieën energie in de patiënt te brengen of de energie binnen een patiënt in balans te brengen.
Er zijn vele soorten energietherapieën, waarbij in sommige gevallen gebruik wordt gemaakt van behandelingen als licht, geluid en magneten. Deze behandelingen zijn relatief eenvoudig te meten. Andere soorten energietherapieën, zoals Healing Touch, Reiki, Qigong en therapeutische aanraking, zijn “bedoeld om energievelden te beïnvloeden die naar verluidt het menselijk lichaam omgeven en binnendringen”. Deze therapieën kunnen niet zo gemakkelijk worden gemeten of onderzocht.
Ondanks dat de resultaten van deze therapieën niet op een betrouwbare manier kwantitatief zijn gemeten, tonen sommige nieuwe instrumenten, zoals het supergeleidende kwantuminterferentie-apparaat (SQUID) belofte voor onderzoek met energietherapieën.
Daarnaast, en belangrijk, komen veel van de technieken die bij energietherapieën worden gebruikt voort uit praktijken in sjamanistische en Aziatische tradities met duizenden jaren van gebruik. Meer dan 2000 jaar geleden bijvoorbeeld geloofden Aziatische genezers dat de stroom en het evenwicht van levensenergieën belangrijk waren voor het behoud van de gezondheid, en dat ziekten te wijten waren aan een verstoord energetisch evenwicht. Zij ontwikkelden therapieën en praktijken, zoals acupunctuur, yoga en Qigong, om deze onevenwichtigheden te corrigeren. Moderne energietherapieën zoals Healing Touch zijn op dezelfde principes gebaseerd.