Alpinia zerumbet is een tere kruidachtige vaste plant in de gemberfamilie (Zingiberaceae) die over de hele wereld wordt gekweekt om zijn aantrekkelijke bloemen en bladeren. Deze plant, die oorspronkelijk voorkomt in de open bossen van tropisch Oost-Azië, wordt in koudere klimaten vaak gebruikt als eenjarige bladplant, waarbij een bonte cultivar, afkomstig uit India, de meest voorkomende soort is die in het Midwesten verkrijgbaar is. Hij is winterhard in de zones 8-10, hoewel hij in zone 7 met winterbescherming kan overleven.
De planten groeien in rechtopstaande kluiten uit zware, vlezige wortelstokken die lijken (en ruiken) op die van culinaire gember (Zingiber officinale). De wortelstokken produceren stevige, licht overhangende stengels met wintergroene bladeren. Verscheidene donkergroene, lansvormige bladeren tot 2 meter lang groeien op intervallen langs de stengels.
De soort kan tot 1,5 meter hoog worden, maar in tuinen, en vooral in noordelijke gebieden waar ze als eenjarige wordt geteeld, worden ze over het algemeen slechts 1,5 of 2 meter hoog. De cultivar ‘Variegata’ is een kleinere, compactere plant met gedurfd, onregelmatig gestreept loof. De bladeren variëren sterk in de mate van bontheid, waarbij sommige overwegend groen gestreept zijn met roomgeel of goud, terwijl andere overwegend geel zijn met enkele groene strepen.
Alpinia zerumbet produceert een bloeiwijze op oude groei, dus bloemen worden meestal niet gezien op planten die als eenjarige worden gekweekt of voor de winter worden opgeslagen. In tegenstelling tot de meeste gemberplanten produceert deze soort hangende trossen aan de uiteinden van de bebladerde stengels in plaats van rechtstreeks uit de wortelstokken. De wasachtige, trechtervormige bloemen zijn parelwit en lichtroze aan de buitenkant, maar van binnen zijn ze heldergeel met rode vlekken. Het uiterlijk van de bloemen, die lijken op parelmoerachtige zeeschelpen, vooral in de knop, inspireerde de algemene naam van schelpengember. De bloemen zijn licht geurend wanneer ze in bloei staan. Soms worden de bloemen gevolgd door gestreepte vruchten.
Variegated shell ginger kan in grote containers worden gekweekt als kamerplant of terrasplant (alleen of in gemengde containers) voor een tropisch effect. Hij kan in de volle grond worden geplant als een opvallend exemplaar, of in massa’s als een heldere achtergrond voor andere bloeiende planten.
Combineer het met donker gebladerte voor een dramatisch contrast, en gebruik het om een licht beschaduwde plek op te fleuren. Meng bonte gember met bananenplanten, castorbonen (Ricinus communis) en olifantsoren voor een exotische bladertuin.
Groeit bonte gember buiten in rijke, vochtige grond met veel organisch materiaal in de volle zon tot halfschaduw. Wacht tot de vorstdreiging voorbij is om containers naar buiten te verplaatsen of in de grond te planten.
Geef voldoende water tijdens het groeiseizoen en laat de grond niet uitdrogen (maar hij moet ook niet constant zompig zijn). Planten in containers moeten ten minste maandelijks worden bemest. De plant kent geen noemenswaardige plagen en is niet geliefd bij herten. Rizomen kunnen worden uitgegraven en in de winter worden bewaard. Als ze worden overwinterd, moeten ze na de eerste vorst worden gerooid en bewaard op een droge plaats rond 55ºF.
Als kamerplant heeft bonte schilgember helder licht nodig en doet hij het het best in vochtige omstandigheden. De bladeren worden bruin aan de randen als er niet voldoende vocht is of als het te koud wordt. Planten kunnen worden gesplitst als ze te groot worden voor de container.
Schelpengember is meestal verkrijgbaar als potplant, maar kan soms ook worden gekocht als kale wortelstokken (die ongeveer een centimeter onder het grondoppervlak moeten worden geplant). De meest verkrijgbare cultivar is ‘Variegata’, maar soms zijn er ook andere te vinden, waaronder de nog kleinere cultivar ‘Variegata Dwarf’, die slechts ongeveer 1 voet hoog wordt, maar hetzelfde groen en geel bonte blad heeft, en ‘Variegata Chinese Beauty’, die lichtgroen en donkergroen gemarmerd blad heeft en tot 8 voet hoog kan worden.
– Susan Mahr, Universiteit van Wisconsin – Madison