Condoleezza Rice, minister van Buitenlandse Zaken

Home >Overheid

Condoleezza Rice
Secretaris van Staat
www.state.gov

Condoleezza Rice

Dr. Condoleezza Rice werd op 26 januari 2005 minister van Buitenlandse Zaken. Daarvoor was zij sinds januari 2001 Assistant to the President for National Security Affairs, ook wel National Security Advisor genoemd.

In juni 1999 voltooide zij een ambtstermijn van zes jaar als Provost van de Stanford University, waarin zij de belangrijkste budgettaire en academische functionaris van de instelling was. Als proost was zij verantwoordelijk voor een jaarbudget van 1,5 miljard dollar en het academisch programma met 1400 faculteitsleden en 14.000 studenten.

Als hoogleraar politieke wetenschappen is Dr. Rice sinds 1981 verbonden aan de Stanford-faculteit en heeft zij twee van de hoogste onderwijsonderscheidingen gewonnen – de 1984 Walter J. Gores Award for Excellence in Teaching en de Dean’s Award for Distinguished Teaching van de School of Humanities and Sciences in 1993.

Aan Stanford is zij lid geweest van het Center for International Security and Arms Control, Senior Fellow van het Institute for International Studies, en Fellow (by courtesy) van het Hoover Institution. Haar boeken zijn o.a. Germany Unified and Europe Transformed (1995) met Philip Zelikow, The Gorbachev Era (1986) met Alexander Dallin, en Uncertain Allegiance: The Soviet Union and the Czechoslovak Army (1984). Ze heeft ook talrijke artikelen geschreven over het buitenlands en defensiebeleid van de Sovjet-Unie en Oost-Europa, en heeft een publiek toegesproken dat varieerde van de residentie van de Amerikaanse ambassadeur in Moskou tot de Commonwealth Club en de Republikeinse Conventies in 1992 en 2000.

Van 1989 tot maart 1991, de periode van de Duitse hereniging en de laatste dagen van de Sovjet-Unie, was ze in de regering-Bush directeur en vervolgens hoofddirecteur van Sovjet- en Oost-Europese zaken in de Nationale Veiligheidsraad, en speciaal assistent van de president voor nationale veiligheidszaken. In 1986, toen zij International Affairs fellow was van de Council on Foreign Relations, was zij speciaal assistent van de directeur van de Joint Chiefs of Staff. In 1997 maakte zij deel uit van het Federale Adviescomité inzake Gender — Geïntegreerde Opleiding in het leger.

Zij was lid van de raad van bestuur van de Chevron Corporation, de Charles Schwab Corporation, de William and Flora Hewlett Foundation, de Universiteit van Notre Dame, de Internationale Adviesraad van J.P. Morgan en de Raad van Bestuur van de San Francisco Symphony.

Zij was stichtend bestuurslid van het Center for a New Generation, een onderwijsondersteunend fonds voor scholen in East Palo Alto en East Menlo Park, Californië en was vice-voorzitter van de Boys and Girls Club of the Peninsula . Daarnaast heeft zij in het verleden bestuursfuncties bekleed bij organisaties als Transamerica Corporation, Hewlett Packard, de Carnegie Corporation, Carnegie Endowment for International Peace, The Rand Corporation, de National Council for Soviet and East European Studies, de Mid-Peninsula Urban Coalition en KQED, de publieke omroep van San Francisco.

Boren op 14 november 1954 in Birmingham, Alabama, behaalde zij haar bachelor in politieke wetenschappen, cum laude en Phi Beta Kappa, aan de Universiteit van Denver in 1974; haar master aan de Universiteit van Notre Dame in 1975; en haar Ph.D. aan de Graduate School of International Studies aan de Universiteit van Denver in 1981. Zij is Fellow van de American Academy of Arts and Sciences en ontving eredoctoraten van Morehouse College in 1991, de University of Alabama in 1994, de University of Notre Dame in 1995, de National Defense University in 2002, de Mississippi College School of Law in 2003, de University of Louisville en de Michigan State University in 2004. Zij woont in Washington, D.C.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *