In haar onlangs verschenen boek “Broad Band”, wil Claire L. Evans lezers leren over vrouwen die in de tech-geschiedenis zijn vergeten. Ada Lovelace is misschien niet zo’n bekende naam als Steve Jobs, maar ze is mogelijk wel de eerste computerprogrammeur. Hieronder volgt een transcriptie van de video.
Hoe een vrouw uit de jaren 1800 de eerste computerprogrammeur werd
Claire L. Evans: Ada Lovelace begreep dat als je een machine kon maken die niet alleen individuele getallen berekende, maar ook abstracte variabelen, dat je dan computers kon gebruiken om getallen, muzieknoten, elke vorm van symbolische taal te verweven en dat het werkelijk op alles kon worden toegepast op de manier zoals dat in onze moderne wereld gebeurt.
Ada Lovelace was de dochter van de dichter Lord Byron. Ze was een wiskundige in het Victoriaanse tijdperk, de allereerste computerprogrammeur. Haar vader stond bekend als een soort louche, romantische, je weet wel, een beetje louche, een beetje gek, een beetje wild. Toen hij van haar moeder scheidde, besloot zij alle romantische neigingen in de geest van haar dochter te beteugelen door haar van jongs af aan rigoureus wiskunde te leren. Dus ze werd van jongs af aan onderwezen in de wiskunde en de wetenschappen, maar helaas behield ze iets van haar vaders poëtische geest, zodat ze gefixeerd raakte op het idee van wiskunde als een vorm van poëzie, en als een metafysische kunst op zich.
Ze schreef al die wiskundigen en wetenschappers van haar tijd over om met haar te corresponderen en haar lessen te geven, maar uiteindelijk, ja, was ze een autodidact. Ze las alles wat ze te pakken kon krijgen, ze bleef op de hoogte van alle wetenschappelijke publicaties van haar tijd, ze correspondeerde met mensen die ze bewonderde, en ze organiseerde kleine wetenschappelijke salons in haar directe sociale kringen. Zo leerde ze zichzelf alles wat ze wist. En uiteindelijk werkte ze haar hele leven aan wiskundige bewijzen voor de vroegste computer. In feite maakte zij, nog voordat computers waren gebouwd, wiskundige bewijzen die kunnen worden gekarakteriseerd als de vroegste computerprogramma’s voor een machine die de ‘difference engine’ werd genoemd en vervolgens de ‘analytical engine’.
De belangrijkste bijdrage van Ada Lovelace aan de geschiedenis van de computerwetenschap is dus een reeks aantekeningen die zij schreef als voetnoten bij de vertaling van een artikel over de ‘analytical engine’ van Charles Babbage, een machine die hij maar met grote moeite gefinancierd kreeg door de Britse regering. Hij reisde door Europa en gaf lezingen over de machine. Een van de mensen die een van die lezingen zag was een jonge Italiaanse ingenieur genaamd L.F. Menabrea, die uiteindelijk de Eerste Minister van Italië werd. Hij schreef een technisch artikel over de analytische motor dat werd gepubliceerd in een Zwitsers tijdschrift. Ada las het. Ze vond het best goed. Maar ze dacht dat ze het beter kon.
Ze liet het aan Babbage zien, en ze zei, “Kan ik het niet beter dan dit?”, in principe. Uiteindelijk maakte ze een bundel notities die vele malen omvangrijker was dan het oorspronkelijke document. Ze maakte een enorme sprong voorwaarts die pas echt werd erkend in de jaren 1950, het begin van het computertijdperk. Een aantal computerwetenschappers herontdekte haar aantekeningen en publiceerde ze opnieuw omdat ze in wezen alles hadden voorspeld waar ze in de begindagen van de informatica mee bezig waren. We moeten er actief voor zorgen dat we onze eigen geschiedenis ontwikkelen en die bijhouden en openstellen voor zoveel mogelijk mensen.