Nucleoïde

Nucleoïde Definitie

De nucleoïde is de ruimte binnen een prokaryote cel waar de genetische informatie, de genofoor genaamd, zich bevindt. Prokaryoten worden onderverdeeld in bacteriën en archaea, die beide eencellige organismen zijn die geen membraangebonden organellen bevatten. De nucleoïde heeft dus ook geen membraan om zich heen. Hij zit vast aan het celmembraan en staat in direct contact met het cytoplasma. Het nucleoïde heeft ook geen uniforme vorm en heeft geen specifieke grootte. Toch kunnen we hem onder een lichtmicroscoop onderscheiden van de rest van de cel en identificeren.

De nucleoïde bestaat meestal uit meerdere samengeperste kopieën van DNA in een ononderbroken draad, met toevoeging van wat RNA en eiwitten. Het DNA in prokaryoten is dubbelstrengs en heeft over het algemeen een cirkelvorm. Bedenk dat DNA soms ook kan worden aangetroffen in andere gebieden buiten de nucleoïde. Om een en ander in perspectief te plaatsen, kunnen we kijken naar de eukaryote tegenhanger van de nucleoïde. Eukaryoten, zoals planten en dieren, hebben een kern die hun genetisch materiaal bevat, met daaromheen een dubbel membraan, of wat we de nucleaire enveloppe noemen. Dit membraan scheidt de inhoud van de kern van het cytoplasma. Net als bij prokaryoten is ook het DNA van eukaryoten dubbelstrengs.

Functie van nucleoïde

De nucleoïde is essentieel voor het regelen van de activiteit van de cel en de voortplanting. Het is de plaats waar transcriptie en replicatie van DNA plaatsvinden. In de kern vinden we enzymen die dienen als biologische katalysatoren en helpen bij de replicatie, maar ook andere eiwitten die andere functionele en structurele functies hebben, zoals het helpen bij de vorming van DNA, het bevorderen van de celgroei en het regelen van het genetisch materiaal van de cel.

  • Chromatine – De stof, bestaande uit DNA, RNA en eiwit, die het chromosoom van eukaryoten vormt.
  • Mitochondrion – Een organel dat energie produceert voor de cel in eukaryote organismen.
  • Nucleolus – Een kleine structuur waar ribosoom assemblage plaatsvindt binnen een kern.
  • Plasmide – Een structuur gevonden in bacteriën die DNA bevat maar niet geassocieerd is met het chromosoom.

Quiz

1. Welk van de volgende punten is waar van een nucleoïde?
A. Het is omgeven door een dubbel membraan.
B. Het bevat enkelstrengs DNA.
C. Hij staat in contact met het cytoplasma.
D. Het wordt gevonden in bacteriën en sommige planten.

Antwoord op vraag #1
C is juist. De nucleoïde is niet omgeven door een membraan en staat daarom in direct contact met het omringende cytoplasma.

2. Het genetisch materiaal in prokaryoten is:
A. Dubbelstrengs en ofwel lineair ofwel circulair, afhankelijk van het celtype
B. Enkelstrengs en lineair
C. Enkelstrengs en cirkelvormig
D. Dubbelstrengs en circulair

Antwoord op vraag 2
D is juist. Het DNA in een prokaryote cel is dubbelstrengs en circulair.

3. Welke van de volgende beschrijvingen geeft de inhoud van een nucleoïde weer?
A. DNA met bijbehorende eiwitten
B. DNA, RNA, en eiwitten
C. DNA en histonen
D. DNA en RNA

Antwoord op vraag #3
B is juist. De nucleoïde bevat DNA, RNA en eiwitten die meerdere functies hebben, waaronder het regelen van de replicatie van DNA.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *