“Dit is mijn hond, een kruising tussen een pekinees en een poedel. Zijn naam is Gizmo en hij is 8 jaar oud op deze foto. Ik hou zijn haar graag kort, dus gaat hij (sinds hij een baby was) elke 4 weken naar dezelfde kapper in de zomermaanden en 6 weken in de wintermaanden. Toen hij daar nog klein was, las de dochter van de kapper hem een boek voor als ze uit school kwam, zodat hij niet zou zeuren tot ik hem ophaalde. Hij is een moederskindje! Hij volgt me overal. Mijn familie wordt boos op hem (en ook op anderen) omdat ze iets tegen hem zeggen of proberen hem iets te laten doen en hij hen niet erkent of zelfs maar hun kant op kijkt; ze bestaan niet. Als ik met hem ga wandelen (en hij weet dat hij gaat als ik het zeg) moet hij aan de lijn in zijn bek hangen. Je weet altijd wanneer hij moe is, want hij gaat meteen naar bed – dat kan zijn in zijn kennel in de huiskamer of in zijn eigen bed in mijn slaapkamer. Soms denk ik dat hij deels kat is, want als we op reis gaan klimt hij in mijn nek en ligt daar tussen mijn nek en de stoel. Hij is de beste hond. Iedereen wil hem. Ik neem hem mee naar het werk en hij blijft aan mijn zijde. Hij blijft in mijn kantoor tot ik naar buiten ga en dan volgt hij me waar ik ook ga, net als lijm. Hoewel, elke keer als ik hem mee naar binnen neem zeggen mensen dat hij een beugel nodig heeft vanwege zijn onderbeet. Ik vertel ze dat hij zo de meisjes krijgt. Overal waar ik hem mee naartoe neem, bieden mensen me geld om hem te kopen. Hij is zo goed opgevoed. Ik nam hem mee naar het winkelcentrum om met de kerstman op de foto te gaan en hij eindigde op de voorpagina van de Lansing State Journal. Hij vindt het heerlijk om op de foto te gaan.”