Het oudste verhaal over Dido is geschreven door Timaeus. Hij was een oude Griekse historicus die leefde in de 3e eeuw voor Christus. Honderd jaar later schreef een Romeinse historicus, Pompeius Trogus, over haar. Zijn verhaal over haar is nu verloren gegaan, maar een latere Romeinse historicus, Justin, schreef een samenvatting van Trogus’ verhaal. In de verhalen van Timaeus en Trogus was Dido de dochter van de koning van Tyrus (een stad in het land dat nu bekend staat als Libanon). Zij was getrouwd met Acerbas die een priester van Hercules was. Toen Dido’s broer Pygmalion Acerbas doodde, liep Dido weg. Ze nam een deel van haar volk met zich mee. Ze gingen eerst naar Cyprus, en toen naar de noordkust van Afrika in de plaats die nu Tunesië heet.
Toen ze in Afrika aankwamen, vroeg Dido aan de Berberse heerser, een man genaamd Iarbus, of ze wat land mocht kopen om voor haar volk een stad te stichten. Hij zei dat ze zoveel land kon kopen als ze kon bedekken met de huid van een dode os. Ze zei tegen haar volk dat ze de huid in heel dunne reepjes moesten snijden. Ze legden alle stroken uit om de grenzen aan te geven. Zo kregen ze een heel groot stuk land. Dido en haar volk bouwden een stad op het land. De stad kreeg de naam Carthago, en Dido was de eerste koningin. Carthago groeide en werd een zeer rijke stad. Ook veel Berbers gingen er wonen.
Toen hij zag wat een rijke stad Carthago was, wilde Iarbus met Dido trouwen. Hij zei haar dat als ze niet met hem trouwde, hij oorlog zou voeren tegen Carthago. Dido wilde niet met Iarbus trouwen. Zij hield nog steeds van haar man Acerbas (Sychaeus). Voor haar huwelijk met Iarbus, maakte ze een groot vuur. Ze vertelde hem dat het vuur een ceremonie was om Acerbas te eren. Ze zei dat als de ceremonie afgelopen was, Iarbus haar nieuwe man zou zijn. In plaats daarvan klom ze op de brandstapel waar het vuur brandde. Toen doodde ze zichzelf met een zwaard. Na haar dood vereerde het volk van Carthago haar als een godin. Carthago bleef 600 jaar lang een zeer rijke en machtige stad. Ze werd in 146 voor Christus door Rome verwoest.