Replantatie is het operatief opnieuw aanhechten van een vinger, hand of arm die volledig uit het lichaam van een persoon is gesneden (figuur 1). Het doel van deze operatie is de patiënt weer zoveel mogelijk gebruik te laten maken van het verwonde gebied. Deze procedure wordt aanbevolen als verwacht wordt dat het gereplanteerde deel zonder pijn zal functioneren.
In sommige gevallen is een replantatie niet mogelijk omdat het deel te beschadigd is. Als het verloren deel niet opnieuw kan of mag worden gehecht, kan uw chirurg aanbieden om het afgesneden uiteinde schoon te maken, glad te maken en af te dekken. Dit wordt een voltooiings- of revisieamputatie genoemd. In sommige gevallen zal deze optie u een beter en sneller herstel geven dan een replantatie.
Procedure
Er zijn een aantal stappen in het replantatieproces van armen, handen en vingers.
- Stap 1: Beschadigd weefsel wordt zorgvuldig verwijderd.
- Stap 2: De botuiteinden worden ingekort en weer aan elkaar gezet met pinnen, draden of platen en schroeven. Dit houdt het deel op zijn plaats, zodat de rest van het weefsel kan worden hersteld.
- Stap 3: Spieren, pezen, slagaders, zenuwen en aders worden dan hersteld. Soms zijn er ook transplantaten of kunstmatige tussenstukken van bot, huid, pezen en bloedvaten nodig. De transplantaten kunnen afkomstig zijn van uw eigen lichaam of van een weefselbank.
Herstel
Patiënten hebben een zeer belangrijke rol in het herstelproces. Over het algemeen moeten patiënten:
- Roken vermijden, omdat dit kan leiden tot verlies van de bloedtoevoer naar het gereplanteerde deel.
- Het gereplanteerde deel boven harthoogte houden om de circulatie te bevorderen.
Andere factoren die van invloed kunnen zijn op het herstel zijn:
- Leeftijd. Jongere patiënten hebben een grotere kans dat hun zenuwen weer aangroeien. Zij kunnen meer gevoel en beweging terugkrijgen in het teruggeplaatste deel.
- Gebied van het letsel. Over het algemeen keert er meer beweging terug in het gereplanteerde deel als het verder van de arm af ligt.
- Gewrichts- vs. niet-gewrichtsletsel. Er komt meer beweging terug bij patiënten die geen gewrichtsblessure hebben opgelopen.
- Afgescheurd vs. verbrijzeld lichaamsdeel. Een zuiver afgescheurd deel krijgt meestal een betere functie terug na replantatie dan een deel dat is losgetrokken of verbrijzeld.
- Het weer. Koud weer kan oncomfortabel zijn tijdens het herstel, ongeacht hoe goed uw herstel verloopt.
Het gebruik van het herplaatste deel hangt gedeeltelijk af van de hergroei van twee soorten zenuwen: gevoelszenuwen die u laten voelen en motorische zenuwen die uw spieren vertellen te bewegen. Zenuwen groeien ongeveer een centimeter per maand. Het aantal centimeters vanaf het letsel tot aan de vingertop geeft het minimum aantal maanden aan waarna de patiënt iets met die vingertop zal kunnen voelen. Het gereplanteerde deel krijgt nooit 100% van zijn oorspronkelijke gebruik terug, en de meeste artsen beschouwen 60% tot 80% van het oorspronkelijke gebruik als een uitstekend resultaat.
Revalidatie
Voor replantatiepatiënten
Fysieke therapie en tijdelijke bracing zijn belangrijk voor het herstelproces. Vanaf het begin worden braces gebruikt om de pas herstelde pezen te beschermen, maar de patiënt in staat te stellen het gereplanteerde deel te bewegen. Therapie met beperkte beweging helpt voorkomen dat gewrichten stijf worden, helpt spieren mobiel te houden en helpt littekenweefsel tot een minimum te beperken.
Zelfs nadat u hersteld bent, kunt u merken dat u niet alles kunt doen wat u zou willen doen. Op maat gemaakte hulpmiddelen kunnen veel patiënten helpen om speciale activiteiten of hobby’s uit te voeren. Neem contact op met uw arts of therapeut voor meer informatie over dergelijke hulpmiddelen. Veel replantatiepatiënten zijn in staat om terug te keren naar het werk dat ze voor het letsel deden. Wanneer dit niet mogelijk is, kunnen patiënten hulp zoeken bij het kiezen van een nieuw soort werk.
Voor geamputeerden
Als u een amputatie hebt ondergaan, spelen therapie en revalidatie ook een grote rol bij het herstel. Voor het ontbrekende deel kan een prothese worden gedragen (een apparaat dat een ontbrekend lichaamsdeel vervangt).
Emotioneel herstel
Replantatie of amputatie kan niet alleen gevolgen hebben voor uw lichaam, maar ook voor uw emotionele leven. Wanneer het verband wordt verwijderd en u het geamputeerde of geherplanteerde deel voor het eerst ziet, kunt u geschokt, verdrietig, boos, ongelovig of teleurgesteld zijn, omdat het lichaamsdeel er niet meer zo uitziet als voorheen. Deze gevoelens komen vaak voor. Als u met uw arts over deze gevoelens praat, helpt dat u vaak om de uitkomst te accepteren. Uw arts kan ook een raadsman vragen om u bij dit proces te helpen.