Voor degenen die niet bekend zijn met het verhaal, het begint met de Creed familie-echtgenoot Louis (Jason Clarke), vrouw Rachel (Amy Seimetz), acht jaar oude dochter Ellie (Jete Laurence), twee jaar oude zoon Gage (Hugo en Lucas Lavoie) en geliefde huiskat Church, die aankomen in het schilderachtige stadje Ludlow, Maine om te verhuizen naar een charmant, rustiek huis met veel uitstraling. Helaas, als iemand de fout maakt om van die stoep af te stappen, loopt hij het risico om in elkaar geslagen te worden door een van de semi vrachtwagens die onophoudelijk over de snelweg rollen vlak naast hun oprit. Alsof dat nog niet genoeg was, is er ook nog het feit dat het achterste deel van hun terrein een plaatselijke begraafplaats voor huisdieren herbergt, waar kinderen al tientallen jaren hun harige vrienden begraven. Al snel wordt Church gedood door een vrachtwagen en als Louis niet weet hoe hij Ellie het nieuws moet brengen, biedt buurman Jud (John Lithgow) aan om Louis te helpen hem te begraven. Nadat hij er zeker van is dat Ellie echt van hem houdt, neemt hij Louis mee naar een ander deel van het bos en laat hem Church daar begraven.
Zelfs als je niet bekend bent met de bijzonderheden van het verhaal, zal het je waarschijnlijk niet verbazen dat Church de volgende dag terugkeert, zij het wat slechter door slijtage – hij ruikt afschuwelijk, is slecht gehumeurd en begint rond te hangen alsof hij een rekwisiet uit een horrorfilm is. Ja, het blijkt dat deze begraafplaats de kracht heeft om de doden terug te brengen, hoewel, zoals een nu berouwvolle Jud opmerkt, ze niet dezelfde zijn als ze ooit waren. Het zal waarschijnlijk nog minder een verrassing zijn om te horen dat, na een nog grotere tragedie, een rouwende Louis ervoor kiest om opnieuw gebruik te maken van de begraafplaats in de overtuiging dat de dingen deze keer zeker beter zullen gaan. Louis’ goedbedoelde poging om de dood te ontlopen ontaardt al snel in een Grand Guignol-achtige processie van knipperende messen, bloedspatten en doorgesneden hamstrings.
Geen twijfel mogelijk, King’s oorspronkelijke roman was weinig meer dan een extra gruwelijke riff op het klassieke verhaal “The Monkey’s Paw.” Maar hoewel het niet een van zijn meer elegante inspanningen was, raakte het boek lezers met een buik stoot die hen in staat stelde om alle plotgaten over het hoofd te zien (variërend van waarom Jud de begraafplaats überhaupt ter sprake zou brengen tot de vraag waarom een gezin met twee jonge kinderen een huis zou kopen dat zo dicht bij een drukke snelweg ligt) en werkte ook als een verkenning van mensen die worstelen met het verwerken van intense gevoelens van verdriet en verlies en hoe korte metten kunnen leiden tot een ramp rondom. Bij de bewerking van King’s boek houdt scenarioschrijver Jeff Buhler zich meestal aan de basisprincipes van de plot, maar hij slaagt er niet in om ze effectief uit te voeren. “Pet Sematary” wordt al snel een steeds meer trieste contraptie waarin elke derde regel van de dialoog is overdreven beladen met veelbetekenende, gebruikt om de tijd tussen de steeds ineffectievere jump scares en gross-out momenten te markeren.